2002 Noorwegen midden

Vooraf:
Het zou, geloof het of niet, de warmste zomer sinds 1860 worden in met name het zuiden van het land.
Dat hebben wij weer.

28 juli 2002 Lochem – Hirtshals
We vertrekken vroeg uit Lochem voor onze reis naar het Noorden. Morgenvroeg moeten we om kwart over zeven bij de boot in Hirtshals zijn, dus proberen we daar (als het betaalbaar is) een hut te krijgen.
Het is een mooie warme dag en het schiet dan ook lekker op, vooral over de schitterende E45 in Denemarken.Tegen de avond rijden we Hirtshals binnen en gaan gelijk even kijken in de haven waar we morgenvroeg moeten zijn.
Makkelijk te vinden, dus rijden we door naar de camping, de Hirtshals Camping aan de voet van de vuurtoren. Een leuke camping met uitzicht op zee, een heerlijke speelplaats voor onze jongens. We waren net te laat. Alle, betaalbare, hutten voor 1 nacht waren al bezet en we hadden het kunnen weten, je moet een geldige kampeerkaart of pas hebben en heb je die niet, dan moet je die ter plekke aanschaffen voor Dkr 80,–. Maar dan heb je er wel één voor heel Scandinavië en een jaar geldig.
We zetten de tenten snel op en kruipen er niet al te laat in. Morgen is het weer vroeg dag.

img_0003
img_0004
img_0005
img_0006
img_0007
img_0008
img_0009
img_0010
img_0011
img_0012
img_0013
img_0014
img_0015
img_0016
img_0017
img_0018
img_0019
img_0020
img_0021
img_0023
img_0024
img_0025
img_0026
img_0027
img_0028
img_0029
img_0030
img_0031
img_0032
img_0033
img_0034
img_0035
img_0036
img_0037
img_0038
previous arrow
next arrow

29 juli 2002 Hirtshals – Marnardal
Mooi op tijd staan we bij de boot en na het afgeven van de “boarding pass” mogen we er zelfs al op.
Het waait een beetje zo vroeg op de ochtend, maar we laten ons niet kennen en vinden een mooi plekje op het bovenste dek.
De boot komt om ongeveer kwart over 12 aan in Kristiansand, dus we hebben even de tijd om ons aan boord te vermaken.
Het is al aardig warm als we de boot afrijden, we besluiten de kust ten westen van de stad te verkennen. Eerst even wat boodschappen (melk, brood, veel frisdrank en geitenkaas) doen in Kristiansand en dan verder.
TIP: Koop je in Noorwegen brood, dan zal dat veelal ongesneden zijn. Neem daarom standaard een broodmes mee. Die zit dus ook standaard bij onze vakantiespullen sinds onze eerste Noorwegen vakantie.
We rijden het schiereiland Flekkerøya op en vermaken ons er een groot deel van de dag prima. We kijken naar een stel tieners die van een 10 meter hoge rots in de fjord duiken.
Via Søgne en Krossen rijden we het Mandalendal in richting Øyslebø over weg 455. Bij Marnardal vinden we een aan een doodlopende weg een prachtige camping, Fuglestveit Camp. Voor wie wil vissen in de rivier, wil raften op de rivier, wil wandelen in de bossen, wil genieten van de natuur en de rust moet hier wezen.

30 juli 2002 Marnardal – Høllen
Het is een erg warme dag. Niet op de camping blijven, maar op weg naar de kust. Bij Høllen, aan het einde van weg 460 rijd je zonder het in de gaten te hebben het schiereiland Lindesnes op. Mooie vergezichten, maar wat een afknapper als blijkt dat je aan het einde van die weg moet betalen als je ook naar Lindesness fyr, het uiterste puntje met de vuurtoren, wilt. Dan maar niet en dan maar 30 meter terug links er omheen lopen.

31 juli 2002 Marnardal – Åsland
We willen vandaag de koelte een beetje opzoeken en wandelen en denken meer naar het noorden in de bergen betere omstandigheden te vinden. We volgen weg 455 via Laudal, Rydlendet, Sveindal naar Kyrkjebygdi.
Het maakt niet veel uit. De wind is weg, dus het is overal warm en volgens de berichten zal dat nog wel even zo blijven. Wel bekijken we nog een aantal opgravingen uit de oudheid.

1 augustus 2002 Marnardal
Een dagje op de camping, maar voor de noodzakelijke boodschappen zoeken we het vandaag iets verder dan de eerste de beste supermarkt. Mandal lijkt ons wel leuk en dichtbij. Het is een havenplaatsje met een oud centrum. Erg leuk. We besluiten er een koelbox te kopen. De koeltas die we bij ons hebben, heeft geen nut met dit weer.
Tegen de avond als het al wat koeler is, maken we nog even een wandeling langs de rivier. Zoals elke dag genieten we van de vliegvissers die tot hun middel in de rivier staan.
Eerder deze week had Mats ook geluk en ving een forel van ongeveer 30 cm en had er wel lol om, omdat sommige van de echte vissers op de camping nog niets gevangen hadden.

2 augustus 2002 Marnardal – Tjørhom (Solheim)
Het zal niet zo zijn. Willen we verder trekken, is het in de nacht gaan regenen en moeten we de tent nat inpakken. Via weg 461 rijden we via Konsmo, Kvas, Mo en Liknes richting Flekkefjord. Die plaats willen we even bekijken, maar we missen totaal de afslag en besluiten verder te rijden. Stukje omhoog dan maar over de E39 en bij Sira links van het meer langs naar het noorden.
We rijden nu het Sirdal in (weg 468) en het ziet er al echt ruiger uit dan in het zuiden. Dit vinden we mooi hier kunnen we weer een aantal dagen blijven en ons goed vermaken. Je kunt hier alle kanten op om iets te ondernemen.
Tegen het eind van de middag rijden we nabij Tjørhom in het gehucht Solheim de Sageneset Feriesenter camping op. Nog steeds druilerig weer en maar weinig plek om de tent op te zetten. Het is meer een camping voor de wintersport, veel stacaravans met wintervoorziening.
Later druppelen er meer kampeerders binnen allemaal op zoek naar een plek voor de tent op dat kleine stukje dat beschikbaar is. Wordt het toch nog gezellig.

3 augustus 2002 Solheim – Lysebotn
We gaan eerst maar eens de omgeving verkennen en rijden via Fidjeland en Sirekrok naar Lysebotn over een prachtige weg met aan weerszijden alleen maar rotsen en al helemaal geen ruimte om elkaar te passeren. Aan het einde van de weg bij Øygardstølen (het restaurant) begint het stuk van de weg bergafwaarts met daarin volgens onze telling 32 haarspeldbochten naar beneden.
We genieten hier van het uitzicht. Bij een stuwmee, op de terugweg, komen we onze Nederlandse buren, Hans en Ine tegen en vertellen over onze plannen voor morgen.
We besluiten de volgende dag de Kjerag route gaan lopen. Het is een tocht van 6 uur, start op 640 meter hoogte, klimt daarna naar 1087 meter hoogte en via dezelfde route terug.

4 augustus 2002 Solheim – Lysebotn
Het is mooi weer als we opstaan en ons even later klaar maken voor de wandeling. Komt het er toch nog van aan het einde van de eerste week. Een pittige wandeling, schoenen en rugzak uit de skibox en inpakken maar. Hetzelfde ritje over de prachtige fjellweg naar de parkeerplaats bij Øygardstølen op 640 meter hoogte.
Het is er aardig druk en we zien Hans en Ine net voor ons de eerste berg opgaan.
Na deze eerste 818 meter omhoog, gaat het weer naar beneden en gelijk daarna weer omhoog richting Litle Storedalen, 730 meter hoog. Even uitblazen en genieten van het uitzicht. Petje af voor onze jongens trouwens. Als een stel berggeiten lopen, springen ze om ons heen. Geen enkele moeite voor hun, “eitje”, horen we zelfs af en toe.
Het gaat vanaf hier geleidelijk aan omhoog over een burgrug richting Storedalen eerst weer naar een hoogte van 890 meter en heel langzaam weer dalen naar 790 meter. Al die tijd heb je aan je rechterhand een prachtig uitzicht over de Lysefjorden. Eenmaal boven loop je een hele tijd over een bergkam tot je uiteindelijk bij Kjerag aankomt op 1087 meter. Op dit punt in de route kun je, tenminste als je daarvoor je angst kunt overwinnen, op een groot rond rotsblok gaan staan die tussen twee wanden ingeklemd hangt. Maak je nu een misstap dan maak je een vrije val van minimaal 500 meter. Voorzichtig dus. Boven op het plateau zijn er ook veel scheuren in de rots te zien, sommige wel 30 centimeter breed. De jongens gooiden hier kiezelsteentjes in. Het moet er flink diep zijn, want het duurde nogal voor je niets meer hoorde.
We hebben hier ook nog mogen meemaken dat twee Noren zich in zogenaamde “vliegpakken” van de rotsen lieten vallen. Het gaat loodrecht naar beneden en pas op het laatste moment scheren ze over de fjord, maken een mooie bocht en vliegen naar een schiereiland. Boven het eiland parachute ontvouwen en veilig landen. Je moet het maar durven.

5 augustus 2002 Solheim – Tonstad
Klein probleempje vandaag. Voor we morgen verder willen trekken hebben we geld nodig om te tanken en zo. Hier in Solheim is geen bank, laat staan een minibank (flappentap) te vinden. Dus moeten we naar Tonstad terugrijden. Ook geen probleem, doen we daar de boodschappen en maken we in de buurt een mooie tocht.
De bank in Tonstad is wel open, maar de “minibank” buiten is stengt, dat wil zeggen kapot. Het kan nog wel even duren krijgen we te horen, van een uur tot een dag. Dan maar eerst boodschappen doen en later terug. Om een lang verhaal kort te maken, de hele ochtend is verloren gegaan aan het wachten.
We zijn om de tijd verder te benutten bij Tonstad omhoog gereden naar Dalen en hebben ons daar aan een meer prima vermaakt met van alles en nog wat.
We gebruiken de dag verder om wat niet meer nodig is alvast in te pakken. We slapen vannacht in de trekkerstenten, zijn we morgen mooi op tijd weg. We gaan nog even naar het museum in Fidjeland en doen op de terugweg de noodzakelijke boodschappen. Als we later terug zijn op de camping breken we de grote tent nu deze mooi droog is snel af.

6 augustus 2002 Solheim – Preikestolen – Fister
We nemen afscheid van Hans en Ine en vertrekken overweg 45 richting Byrkjedal. Vandaag omhoog naar Oltedal. Het is hier een mooie omgeving. Veel hutten voor wintersport gebruik. Bij Oltedal gaat het omhoog over weg 508 richting Lauvik waar we met de boot over moeten naar Oanes. Vanaf hier is het nog een klein stukje over weg 13 naar Preikestolen.
Hier willen we vanaf de parkeerplaats van de DNT Preikestolhytta naar de Preikestolen lopen. U moet weten dat dit de meest belopen route van Noorwegen is, maar toch willen we dit een keer meemaken. Volgens de beschrijving is het 2 uur lopen heen en twee uur terug. Maar in ons geval ging dat niet helemaal op. Over de heenweg deden wij iets minder dan anderhalf uur en terug zelfs in een uur en een kwartier.
Het is een mooie, spectaculaire klim naar boven. Halverwege is er bij een meertje Sterntjørn, gelegenheid tot zwemmen wat veel mensen ook deden. Het uitzicht boven viel ons, als je ook al bovenop bij de Kjerag bent geweest een beetje tegen. Maar toch, het heeft wel wat.
Terug bij de auto bevrijden we onze voeten van de zware bergschoenen en sokken en drinken al het vocht dat we net bij de Preikestolhytta hadden gehaald op. Wat een hitte.
Eenmaal weer onderweg slaan we in Jørpeland eerst nog wat boodschappen in en vervolgen weg 13 richting Fister aan de kust tussen Nessa en Lauvåsen. Hier moet een leuke camping met uitzicht op zee zijn hadden we van andere Nederlanders gehoord.
Het is inderdaad een leuke camping, de Fister camp camping maar ook behoorlijk aan de prijs.

7 augustus 2002 Fister – Norheimsund
We willen vandaag een goed stuk in de richting van Bergen zien te komen, dus we zijn alweer vroeg op pad. We vervolgen weg 13 in de richting van Hjelmelandsvågen waar we met de boot over moeten naar Nesvik. Een mooie overtocht, want het is schitterend weer en ik en Meine zien ook nog eens een dolfijnachtige.
Aan de andere kant vervolgen we weg 13 in de richting van Sand, door het Suldal, langs het Suldalsvatnet en bij Rossmyr omhoog naar Odda. We kunnen het niet laten in de buurt van Røldal toch even de afslag te nemen en in het dorp te gaan kijken. Twee jaar geleden waren we hier ook en het sprak ons toen ook al erg aan. Veel Nederlanders die we kennen staan in dit dorp op de camping om tochten de Hardangervidda op te ondernemen. We moeten verder naar Odda, want we willen een tocht over de Folgefonna gletsjer maken en de info halen we bij het VVV in Odda. Maar ja, dan moet de medewerker achter de balie zijn computer even alleen laten en ons die info naar behoren verstrekken. Het kon er maar net af.
Eerst de tunnel onder de gletsjer door maar eens nemen, want daar willen wij in ieder geval gaan wandelen. Het is erg warm en tot onze grote verbazing komen we wel campings tegen, maar met weinig of geen plek voor tenten of een erg ongunstige ligging voor tochten.
We zijn wel eerst bij Sundal in de richting van de gletsjer gereden om te kijken of er tochten zijn te ondernemen. Vanaf dit punt moet je dan eerst minimaal 7 kilometer (in de gids staat 5) naar de voet van de gletsjer lopen en dan nog een fikse tocht de gletsjer op. Dat is te veel van het goede met dit weer. We besluiten verder te zoeken en zo kon het gebeuren dat we helemaal bij Uskedalen uitkomen en nog geen geschikte camping vinden. We rijden terug naar Løfallsstranda nog steeds aan weg 48 en nemen daar de boot naar Gjermundshamn.
Hier weer richting het Noorden over weg 48/49 links van de Hissfjorden. Het weer slaat ineens helemaal om. Het trekt helemaal dicht, wel een mooi gezicht als je het zo ziet aankomen over de fjord. Als het straks maar droog is als we de tenten opzetten.
We komen uiteindelijk, het is al laat en vrij donker, uit bij het plaatsje Norheimsund op de Mo camping en ja toch in de regen de tenten opzetten.
Het zal, als het mooi weer is een hele mooie camping zijn, maar nu is het één grote zompige massa en krijg je er een beetje de smoor van in. Gauw vergeten en morgen verder.

8 augustus 2002 Norheimsund – Skoge ten westen van Bergen
Gelukkig schijnt de zon als we wakker worden. Trouwens hoezo gelukkig, dit is pas de tweede regenbui deze vakantie. Gauw de tenten opbreken en op weg naar Bergen, komen we wellicht voor de drukte aan de stad door.
We volgen weg 7 richting Haga en Romslo. Het is inderdaad nog erg vroeg en we besluiten een camping op het schiereiland Sotra ten westen van Bergen te zoeken er moet er volgens de kaart ééntje zijn in Skoge.
We komen veel bekende namen tegen, want twintig jaar geleden waren we hier ook al eens we stonden toen bij de volkshoge school in Åsane in het noord westen van Bergen. Rijden door een stad met de ene na de andere tunnel is niet gemakkelijk dus ook wij kwamen niet in één keer op het schiereiland uit. Na veel vragen komt het dan toch nog goed. Via weg 555 dwars door de stad en daarna weg 559 komen we bij de camping uit. De Skogtun camping blijkt een camping met een prachtig uitzicht over de Atlantische oceaan.

9 augustus 2002 Bergen
Vroeg op, we gaan met de auto de stad in en parkeren deze bij de Festplassen. Jammer, om de twee uur moeten we terug om de meter aan te vullen. We vermaken ons onder anderen op de vismarkt, Torget, en bij het oude stadscentrum Bryggen.
In de middag nemen we de kabelbaan Fløibanen naar boven Fløyen vanwaar je een mooit uitzicht over de stad hebt. Het regent heel even, maar als we weer beneden zijn is het al weer over. Als dat maar goed gaat.
We nemen nog een dikke ijsco en laten Mats nog even een foto van z’n vader en moeder maken zoals Jac dat 20 jaar geleden ook al had gedaan.
Nog even de noodzakelijke boodschappen doen en daarna terug naar de camping.
Tot grote vreugde van Mats zelf vangt hij een Makreel die we lekker bakken en opeten met een ander Nederlands stel op de camping. Heerlijk visje, nog maar ééntje vangen Mats.

10 augustus 2002 Rondje Zuid Sotra
We slapen weer eens lekker uit deze vakantie. Vanmiddag willen we even het zuidelijke deel van dit schiereiland verkennen en dan verder op de camping lummelen.
We rijden eerst in de richting van Tælavåg waar we een bezoek brengen aan het Nordsjøfartmuseet. Heel interessant en leerzaam, ging met name over hoe de Duitsers het hele dorp, op zoek naar twee mensen uit het verzet, hebben afgebroken. Het was in de oorlog een belangrijke plek voor Engelandvaarders.
Daarna rijden we het schiereiland verder rond in de richting van Klokkarvik en over een B weg weer terug. Niet veel te beleven, dus maar terug naar de camping lekker lezen in de zon en genieten van koffie met Noorse chocolade mmmm.

11 augustus 2002 Rondje Noord Sotra
Het zou een druilerige dag worden met veel mist en regen. We rijden weg 561 naar het noorden helemaal uit en daar bij Hellesøyni picknicken we aan de kust. Het is gelukkig even droog. Het is zondag en veel Noren zijn er op uit getrokken met het gezin. In deze streek doen ze dat door te gaan vissen zo te zien.
Leuk om te zien hoe een hele familie met de lijnen in en door elkaar zit. Op de terugweg nemen we nog even een kijkje op de tegenover ons liggende eilandjes. Weten we ook waar we de vorige avonden naar hebben zitten staren. Zo van, “als je daar nu eens een huis neer mocht zetten”.

Morgen gaan we weer verder. Nog even over deze camping. Je moet niet een hekel hebben aan een pittige wandeling naar het toiletgebouw of om water te halen. Iedere keer moet je namelijk een 17% steile weg op en af. Dat is gelijk de reden waarom campers en caravans hier niet naar beneden mogen. Die krijg je er zonder tractor niet meer af. Daarvoor is boven een speciaal plateau met nog mooier uitzicht over de kust gemaakt.
En eerlijk is eerlijk, het is een beetje primitieve camping, je moet er van houden en tegen kunnen. Weinig onderhoud en een minimum aan schoonmaken. Het uitzicht en het geniet van de knotjes tegen het vallen van de avond maakt alles goed.

12 augustus 2002 Skoge (bergen) – Østerbø
Ook dit hebben we al vaker meegemaakt, het regent pijpenstelen als we de tent afbreken en in de richting van Voss over de E16 vertrekken.
De E16 is normaal een mooie route om te rijden, zeker het stuk vanaf Tunes rechts langs de Veafjorden tot Stanghelle. Vandaar gaat het verder door het Vossodal richting Voss. Voss is voor ons ook geen onbekende plek meer. Twee keer eerder waren we hier. De eerste keer nog zonder de kinderen en toen stonden we op de camping aan de voet van de Tvinnefossen. Leuk, maar ga nooit op het veldje vlak bij de waterval staan, je doet ’s nachts geen oog dicht en van al dat geklater van water moet je ….. juist. De tweede keer hadden we met kennissen afgesproken op de Saure camping aan het meer (zie het verslag van 1999). Toen was het weer ook niet al te best, maar werd het beter op het moment dat we verder gingen.
We doen boodschappen in het centrum en vervolgen onze weg over nog steeds de E16 in de richting van Tvinne, Framnes. Bij Framnes rechts aanhouden weg 50 richting Gudvangen. Bij Gudvangen nemen we de 18 kilometer lange tunnel naar Flåm.
Hier waren we ook al eerder met de kinderen en hoewel het erg toeristisch is, nog erger dan de vorige keer, heeft het wel wat om hier een beetje rond te lopen. We kijken alvast in de vertrekhal wat het ons gaat kosten als we hier met het Flåm baantje op en neer willen naar Myrdal.
De Lærdalstunnelen is al klaar, maar vandaag nemen we die nog niet. We willen naar Frea, de dochter van vrienden van ons uit Lochem. Die werkt gedurende de zomer in een DNT hut in Østerbø en we willen eens even een kijkje nemen hoe het met haar is en wie weet blijven we wel een nacht over.
Bij Steine gaat weg 50 ineens flink omhoog en schiet een paar tunnels in. Voordat we de eerste tunnel inschieten moeten we wachten voor een stoplicht. Hier, onderaan de berg, is de tunnel niet breed genoeg. Een handige huttenverhuurder uit de omgeving van Myrland is helemaal hier naartoe gereden om onderaan de berg folders voor zijn hyttercamp uit te delen. Als je de prijzen ziet ga je nooit meer kamperen is zijn devies. Ach ja, het is maar wat je er voor uit wilt geven en waaraan je gewend bent. Vier tot vijf weken in een tent is toch de perfecte woonvorm in de zomer, toch?
Als je de laatste tunnel uitkomt rijd je de DNT hut bijna voorbij, maar de jongens hadden het in de gaten. Snel links de weg af en niet de eerste commerciële hut nemen maar de DNT hut daarnaast. In de eerste plaats veel gezelliger en je kunt er je Nederlands weer een beetje ophalen. Veel wandel / reisorganisaties uit Nederland doen deze hut aan in hun programma. Zo ook deze keer. Het is er lekker druk, maar Frea is er nog niet. Die is een vriendin, Pia (werkt in Finse in de Finsehytta aan de spoorbaan Oslo – Bergen), aan het ophalen in Flåm en komt met de bus van plusminus 6 uur thuis. Wachten we toch even en kijken een beetje rond wat er te doen is. De omgeving is mooi, mooi genoeg om een paar nachten te blijven staan.

Als we een tijdje later achter op de binnenplaats rondlopen om te kijken waar we de tent neer moeten zetten, komen Frea en Pia ons verwelkomen. Leuk dat we er zijn en vooral van de faciliteiten gebruik maken zegt ze. Je bent immers lid en het is ook goed vertoeven ’s avonds in plaats van in de tent. Het kan hierboven al knap koud worden.
We lopen mee naar binnen om ons officieel te melden en een plaatsje voor de tent te vragen. Op dezelfde plek dus waar een tijdje eerder Jan en Hetty hebben gestaan. We spreken met Frea af dat we een ander moment verder kletsen. Snel zetten we de tent op en drinken nog iets warms met de jongens voordat we die in bed stoppen.

13 augustus 2002 – Aurlandmarsjen
Van Frea hadden de gisteravond nog gehoord dat zij deze met Pia de Aurlandmarsjen gaat lopen. Dat is een mooie en pittige tocht van Østerbø naar Vassbygdi van dik 6 uur. Of dat iets voor ons met de jongens is? Natuurlijk, maar neem dan de route onderlangs en niet over Bjønnstigsletti.

We besluiten de route ook te lopen en zo te zien zijn we niet de enige club te zijn. Als we in het ochtend zonnetje ons brood zitten te eten vertrekken er al diverse mensen. Het belooft een mooie dag te worden, want het is net na negen uur en in de zon al lekker warm. We schieten op en niet veel later lopen we de eerste berg op. De tocht gaat over Nesbø, Holmen, Sinjarheim, Almen naar Vassbygdi. Vandaar kun je om ongeveer 4 uur en 6 uur de bus terug naar Østerbø. De route gaat eerst een stukje omhoog en loopt dan gedurende een groot deel van de tocht op dezelfde hoogte met hier en daar schitterende vergezichten. Alleen de laatsteanderhalf uur gaat de route omlaag.

De meeste lopers zijn dan al behoorlijk aangeslagen, dat het dat laatste stuk flink pijn doet in de knieën. Ook onze jongens hadden last van deze klacht en daarbij was het ook nog eens heel erg warm.
Om kwart voor vier waren we weer beneden bij de Kiosk en ook nog eens als één van de eerste. Onderweg hadden we de meeste van de eerder vertrokken wandelaars ingehaald en toch hebben we de nodige pauzes genomen.
Op een gegeven moment na een pauze bij een oude hangbrug halen de dames Frea en Pia ons in. Waren ze dus toch later vertrokken dan ons. We lopen een tijdje met elkaar op en bij Vetlahelvete, een hele grote overkapping van tegen elkaar staande rotsen gaan we weer ieder onze weg. Wij vervolgen richting Vassbygdi en de dames willen de rivier over en dan over Stonndalen en daar de bus pakken.
Tevreden nemen we plaats in de bus. De chauffeur rekent nog lekker ouderwets het totaalbedrag uit met zijn vingers, heerlijk mooi om te zien. Als hij even later bij het verlaten van de tunnel in Vesledalen plotseling op de rem trapt, vliegt iedereen zowat door de voorruit. Wat is dat nou weer. Even laten zwaaien de deuren open en stappen Frea en Pia in. Nog net op tijd. De route over de berg was erg moeilijk en soms moeilijk te vinden. Ze stonden nog maar net te wachten en mevrouw moet om 5 uur werken.

Het was een prachtige dag en ondanks de waarschuwingen van Frea besluiten we vanavond “uit eten te gaan”. Typische Noorse Seterkost; Rømmegrøt med Speke mat. Ga ik niet uitleggen gewoon een keer gaan proberen, erg lekker.

Omdat we lekker op tijd waren, hebben we een groot deel van onze spullen al kunnen inpakken, zijn we morgen misschien op tijd weg. Maar daarvoor en voor de grote drukte aan, hebben we een verdiende douche genomen. Tegen de avond zoeken we een plekje in de Peisestolen en lezen daar wat of leggen een kaartje tot we geroepen worden voor het eten. Als de jongens al in bed liggen kletsen we binnen nog even met Frea. Zij gaat volgende week naar huis en we zullen haar daar, thuis, wel weer zien. Morgen vertrekken wij eerst richting Flåm.

14 augustus 2002 Østerbø – Gaupne
We nemen afscheid van Frea en Østerbø en weten haast zeker dat we hier nog eens terug zullen komen. We zijn mooi op tijd weg en in Flåm reserveren we eerst voor de tocht naar Myrdal en terug.
We hebben nog even dus doen we eerst boodschappen in de plaatselijke Domus. Daarna maken we ons klaar voor de treintocht waarvan men zegt dat je die niet gemist mag hebben.
Nou, ik moet eerlijk zeggen, dat ik dat niet kan begrijpen. In de folders en de commercials ziet het er allemaal prachtig uit en dat is ook wel zo. Maar ze zijn vreselijk bezig geweest met de route, maar het achter gebleven bouwmateriaal laten ze liggen.
Daarom een tip van mijn kant. Je kunt een deel van de route ook op de fiets afleggen zagen we vanuit de trein. Dat lijkt ons nog mooier, kun je blijven staan waar je wilt. Ook kun je een flink stuk met de auto het dal inrijden en dan verder lopen. Moet ook mooi zijn. Dit treintochtje vonden wij nou niet echt spectaculair.
We gaan verder richting het noorden en besluiten niet door de gloednieuwe Lærdalstunnelen te gaan, nog afgezien van de “tol” die we zouden moeten betalen, maar de toeristenweg hoog over de fjell bevalt ons veel beter en is veel mooier.
Aan de andere kant nemen we weg 5 richting Fodness. Hier moeten we met de boot over naar Mannheller. Daar duik je gelijk weer een tunnel in en gaat het verder via Kaupanger en Sogndalsfjøra. Een mooi stadje aan het water. Hier nemen wij weg 55 naar het oosten op zoek naar een camping. We bekijken er ééntje in de buurt van Hafslo. Mooie camping, maar de hel dag zon op de tent en dat bij de voorspellingen voor de komende dagen is geen lolletje. Doorrijden dan maar richting Gaupne. Tegen de avond rijden we daar de Sandvik camping op gelegen aan de rand van het dorp. Ziet er op het eerste gezicht leuk uit. Van hieruit zijn er mooie tochten naar onder anderen de Jostedalsbreen te maken. Vanuit de tent hebben we in ieder geval uitzicht op een tong van die gletsjer de Tunsbergdalsbreen.

15 augustus 2002 Nigardsbreen
We rijden vandaag het Osterdalen in om eens te kijken of er mooie plekken zijn te vinden om de komende dagen te gaan wandelen. We komen in de buurt van de Nigardsbreen, een uitloper van de Jostedalsbreen één van de grootste gletsjers van Europa. Hier is ook een museum, het Breheimsenteret, een mooi museum met uitzicht op de gletsjer. Je kunt je er inschrijven voor een gletsjertocht van 2 of meer uren. Dat hebben we dan ook maar gelijk gedaan voor morgen. De voorspellingen zijn goed, maar toch is het advies; warme kleren mee.
Op de terugweg naar de camping vermaken we ons nog even aan de rivier de Jostedalselva, met heel heel erg koud water.

16 augustus 2002 Gletsjertocht Jostedalen
Rustig aan vanmorgen, het programma voor de dag is er al. We gaan de gletsjer op onder leiding van twee gidsen. De tocht zal ongeveer 3 uur duren.
We gaan op tijd richting het Breheimsenteret, hier moeten we ons melden. Vandaar via de tolweg tot aan het gletsjermeer. Daar krijgen we nadere instructies over hoe de ijzers om te doen, hoe de lijn, waarmee we aan elkaar vastzitten, moet vastzitten. Niet te strak bijvoorbeeld.
Met de boot worden we het meer overgezet tot op ongeveer een kilometer vanaf de gletsjer. Vandaar verder lopen tot de tent waar alle touwen liggen en waar we de laatste instructies krijgen.
De groep waarmee wij omhoog gaan bestaat uit 10 mensen, allemaal Nederlanders. Voor ons loopt nog een gezin, we maken foto’s van en voor elkaar voor het thuisfront. Het is een mooie tocht en het is helemaal niet koud, soms zelfs een beetje warm als er een windje over de gletsjer waait. Van onze gids krijgen we te horen dat deze gletsjer zelfs nog schijnt te groeien.
Na de tocht gaan we niet gelijk terug naar de camping, maar gaan linksaf verder het Jostedal in, kijken oever we door kunnen rijden. Het is nog vroeg dus wellicht nog een mooi plekje om te wandelen, zwemmen noem maar op.
Bij Fabergstølen geven we het op. Dit is meer een weg voor terreinwagens. Op een splitsing bij een rivier vinden we een mooi plekje om te picknicken. De jongens lopen hier zelf in de zwembroek door het ijskoude water. In de rivier liggen een aantal grote platte stenen, kun je heerlijk op liggen in het middagzonnetje. Boek erbij, iets te smikkelen, genieten dus.
Zonder dat we het echt beseffen, bouwen de jongens achter ons een muurtje van stenen om het water op te vangen, tot …. het muurtje het niet meer kan houden en het water in één grote stroom op ons afkomt. Nog net op tijd kunnen we de kostbare spullen oppakken voordat het water over de plek loopt waar we daarvoor nog heerlijk in de zon zaten te genieten. Boeven zijn het.

17 augustus 2002 Turtagrø
Alweer een hele mooie dag. De zon schijnt volop. We besluiten vandaag richting Turtagrø te rijden over weg 55. Tot onze grote spijt komen we onderweg een aantal schitterend gelegen campings tegen.
Tussen Nes en Fortun bijvoorbeeld, liggen aan de fjord in de zonzijde een aantal prachtige kleine campings. Ook liggen er een aantal goed verzorgde parkeerplaatsen. Aan het eind van het meer bij Skjolden gaat weg 55 omhoog de bergen in.
Op het hoogste punt bij Turtagrø heb je mooi gezicht over het Ringsdalen en Horrungane. Daar willen we vandaag naartoe wandelen, naar het Skagastølsvatnet. Een beste klim, want vanaf de parkeerplaats is het een kilometer plat en daarna alleen maar omhoog. Wel mooi, want hoe hoger we komen, hoe meer je zicht krijgt op de imposante bergen.
We maken er een mooie dag van, onderweg gaan we, na lang aandringen van de jongens, zelf “zwemmen” in een poeltje. Omdat we geen zwemspullen bij ons hebben, maar alleen een handboekje om de voeten af te drogen, moeten we in de blote kont. Koud, maar je wordt er heerlijk fris van.
Eenmaal terug op de camping zien we in de gids van de DNT dat je vanaf Turtagrø een prachtige tocht van een dag of vier kunt maken. Iets voor volgend jaar misschien.

18 augustus 2002 Tungestølen
Iets terug het dal in, bij Hafslo, gaat er een weg het dal in richting de Austerdalsbreen. Vanaf de Tungestølen toeristenhut kun je een mooie tocht maken richting deze gletsjervoet. Maar eerst moet je over een 33 kilometer lange smalle weg rijden tot Nes. Vanaf dat punt is het een tolweg een heb je een beetje zicht op de bergen en de gletsjer. Het is er erg rustig, we komen niemand tegen, zal dat komen omdat het seizoen eigenlijk al voorbij is? Maakt niet uit de natuur is er net zo mooi om.
Het is deze dag, zelfs in de buurt van een gletsjer zo warm, dat de “heren” het erop wagen en de tocht met ontbloot bovenlijf lopen. Onderweg merken we de nadelen van de hitte. Er staat bijna geen water in de rivieren en de begroeiing ziet er al herfstachtig uit. Kan niet goed zijn. Later horen we van een Noor dat er sprake is van een klimaatstress.
We hebben goede herinneringen overgehouden aan het Luster gebied en komen hier zeker nog wel eens terug. De tocht Turtagrø via de Fannaråkhytta naar Hjelle gaan we zeker doen en dan onderweg van ons lidmaatschap van de DNT gebruik maken.

19 augustus 2002 Gaupne – Lom
Vroeg op vandaag, want we willen via weg 55 richting Lom rijden.
We komen weer langs het hotel bij Turtagrø en vandaar gaat de weg nog hoger tot 1450 meter. We rijden verder en maken onderweg mooie plaatjes. In de buurt van Breiseterdalen zien we ineens een bordje Krossbu turisthytta staan. Was dat niet een hut waar één van de Hakertjes werkt, we dachten Hessel. We besluiten gewoon te gaan vragen. In het Engels vragen we aan de dame bij de receptie of hier een Nederlandse jongen met de naam Hessel Haker werkt. Ze snapt het niet dus nog een keer, nu half Engels half Noors. Ze snapt het nog niet en loopt naar achteren om hulp te halen. Ze doet ee deur open en roept naar binnen: Agnes kan jeg helpe meg? Aha, Agnes werkt hier dus. Even mee gesproken en vragen hoe het met moeder is. Ze is blij dat ze aanstaande woensdag naar huis kan, want het is niet echt prettig werken met de dame aan receptie, maar dat hadden we al door dus.
Agnes geeft ons het adres van de camping in Lom waar zij ook altijd staan met de familie en vraagt ons de groeten te doen aan de eigenaar. Zullen we doen.
Nu we toch in de buurt zijn, besluiten we ook langs Hessel te gaan. Die zit vertelde Agnes ons in de Spiterstulen hut. Moet je wel geluk hebben dat hij er is, zei Agnes nog, want het is aan het einde van een tolweg van ongeveer 25 kilometer.
Hessel is er inderdaad niet. Hij is met een aantal gasten de berg op. Niet zomaar een berg, maar de Galdhøpiggen, één van Noorwegens hoogse bergen. We kijken even in de prachtige hut rond en laten bij de receptie een briefje achter.
We rijden halverwege de middag Lom binnen en gaan op zoek naar de Gjeilo caming. Die ligt een flink stuk buiten het dorp aan het meer de Ottavatn, een meer met gletsjer water, dus koud – koud – en nog eens koud. Maarrr het is een camping zoals wij die mooi vinden. Overal leuke plekjes en de tenten en caravans niet strak tegen elkaar aan. Verder ook geen luxe voorzieningen, alles wat er moet zijn is er. Mogelijkheden om te wassen, te douchen, de was te doen en zoals altijd een keukentje om eventueel te schuilen.
Als je in de buurt bent, rijd je er zo voorbij. Het is echt een camping die het moet hebben van mond op mond reclame. ’s Avonds zitten we lekker aan het water worstjes te roosteren en genieten van het uitzicht. ” Durf jij hier te zwemmen papa,” vraagt de jongste. “Nou, de stroming lijkt mij hier wel erg sterk”. Morgen maar eens verder zien.

20 augustus 2002 Lom
Een heerlijk rustig dagje in de omgeving. We gaan naar het kristalmuseum in Lom. Moet je zeker doen had Agnes Mats aangeraden. Ook het Fjellmuseum slaan we niet over. Pa en ma Van Waardenburg hebben hier in het verleden ook eens gestaan, maar die zullen er wel weinig van terug herkennen. Het toerisme heeft ook hier flink toegeslagen en dan is het wel lekker, zo tegen het einde van het seizoen.
In de middag krijgen we nog bezoek van Hessel. Hij en z’n vrienden moesten in het dorp zijn en hij maakt van de gelegenheid gebruik om even bij ons en de camping eigenaren langs te gaan.
O ja, we hebben hier inderdaad nog gezwommen. Op ongeveer 10 meter uit de kant is de stroming ineens veel sterker. Zodra je dat hebt overgestoken, kun je gewoon gaan staan en staat het water tot aan je knieën, dieper niet. Loop je zo het hele meer over naar de overkant. Tip van Hessel, die deed dat vroeger ook altijd.

22 augustus 2002 Lom – Austbygdi
We moeten vandaag weer verder richting huis. We nemen weg 15 in oostelijke richting naar Vågåmo. Daarvoor bij Tessanden gaat het rechts omhoog weg 51 richting het voor ons bekende Besstrond, Gjendesheim en Bygdin.
Alleen, het is erg. Ze hebben hier de weg aangepakt en is nu wel twee keer zo breed als de vorige keer. En dikken betonnen streep dwars door de natuur en alleen voor winterdag, wanneer het hier stikt van de wintersporters. Je komt verderop langs Beitostølen, van oudsher een skidorp. Vroeger was het er nog wel mooi. Tegenwoordig is het één groot circus. En ze blijven maar bouwen.
Via Leira weg 51, richting Gol, daarna weg 7 richting Nesbyen en daar binnendoor door het Rukkedalen en langs het Tunhovdfjorden komen we in de buurt van Rødberg op weg 40 uit. Verderop bij Tveiten sllan we rechtsaf de weg naar Austbygdi op. Dit is bekend gebied voor ons we waren hier al eens eerder. Maar ook hier merken we op dat de aanhoudende droogte de natuur geen goed doet.
We hebben hier al eens aan een rivier gezeten. Dat is momenteel geen rivier meer maar een stroompje waarin je niet eens kunt zwemmen.
We zetten de tent weer op op de Sjøtveit camping en zien dat ook in het meer de waterspiegel enorm gezakt is. Er is nu een kiezelstrand van wel 25 meter breed. Eerder was dat amper een meter of 3. Het blijft een mooi plekje.

23 augustus 2002 Rjukan
We gaan even in Rjukan kijken en richting de Gaustatoppen. Die tocht hebben we al eens gemaakt. Eenmaal boven zien we een enorme kiosk op de plek waar eerder de auto’s stonden. Ook de parkeerplaats is een stuk groter en er staat een hek omheen. Op deze manier kunnen de schapen er niet meer bij de auto’s schooien. Het blijft de moeite waard om vanaf hier de tocht naar de top van de Gaustatoppen te maken. Bij goed weer heb je een prachtig vergezicht, ze zeggen tot Oslo.

24 augustus 2002 Rjukan – Ose
Verder huiswaarts door het Setesdal. Volgens de beschrijving een dal in ontwikkeling voor de toeristen. Meestal trekt ons dat wel, maar wij vonden het geen gebied om te blijven hangen.
Via weg 37 en 38 en bij Dalen weg 45 kwamen we uit bij Røysland. Tot daar niets aan de hand. Verder het dal in via weg 9 viel het ons tegen. Bij Ose aan het begin van het meer vonden we een geschikte camping voor de laatste dagen.
Vanaf deze camping zijn we nog een dag de bergen in geweest bij Øyuvsbu. Dat is een paar kilometer naar het noorden weg 9 oprijden en dan bij Brokke linksaf de bergen in. Een mooie tocht over een smalle weg, dus uitkijken geblazen voor tegenliggers. Boven bij de parkeerplaats voor de Øyuvsbu touristhytta hebben we de auto achtergelaten voor een mooie dagtocht richting de hut en daar voorbij. Gewoon doorlopen tot je een mooi plekje gevonden hebt en daar heerlijk van de rust genieten.
Aan het eind van de middag gebeld met de Color line of et ook mogelijk was twee dagen eerder de boot te nemen. Geen probleem, de verveling begint toe te nemen bij de jongens. Gelijk hebben ze, de campings zijn verlaten en meestal staan er nog 2 a 3 tenten met Noren of Zweedse ouderen. Daar hebben we niet veel aan.

26 augustus 2002 Ose – Hesteheia
We rijden in de voormiddag verder via weg 9 richting Kristiandsand en gaan op zoek naar een hut voor vanavond. We zetten de tenten niet meer op, morgenvroeg moeten we op tijd bij de bot zijn en niets is handiger dan de laatste nacht in een hut door te brengen.
Aan de rand van Hesteheia vinden we een huis die ook hutten te huur heeft. Eentje uitzoeken, sleutel meenemen, bordje omdraaien, als je weer weggaat geld in een zakje in de postbus en klaar.
We nemen helemaal achterin het bos een zespersoons hut. Iets verderop staat het toiletgebouw met gratis douche.
Als we ons een beetje geïnstalleerd hebben, gaan we nog even de stad in. Kunnen we gelijk zien hoe we morgen moeten rijden en kunnen we nog even een voorraad geitenkaas inslaan.

27 augustus 2002 Hesteheia – Kristiansand – Lochem
Het zit er bijna op. We rijden op tijd naar de boot om nog even van de drukte in de haven te genieten. Nou ja genieten, het was 6 uur vanmorgen toen we opstonden na een erg slechte nacht. Alles kraakte, maar wat wil je ook, houten huis, houten vloer, houten bedden en als je je maar iets bewoog !!!!!
Maar goed, op de boot kunnen we wel weer bijkomen om daarna de langen rit naar huis aan te gaan.

Het was een mooie vakantie, waarin we veel gezien hebben. Veel gelopen en maar drie regenbuitjes hebben gehad waarvan je kunt zeggen: “goh, regen?”.
De foto’s laten wel zien dat het echt erg droog was en warm. Misschien we te warm voor Noorse begrippen.